De verkeersregels beschrijven hoe een weggebruiker zich moet gedragen op de openbare weg, hieronder vallen verplichten maar ook advies om zo verstandig en veilig mogelijk te rijden. Alle weggebruikers moeten de verkeersregels goed kennen en toepassen.
De openbare weg bevat de rijbaan, fietspad, voetpad en berm en gaat tot aan de gracht of een eigendom. Op de openbare weg mogen we in principe met alle voertuigen rijden, maar soms worden er beperkingen er opgelegd door verkeersborden of wegmarkeringen. Het verkeersreglement is van toepassing op alle weggebruikers en is geldig op de hele openbare weg. Een openbare weg kan een brug, straat, plein, tunnel of pad zijn.
De openbare weg bevat de rijbaan, fietspad, voetpad en berm en gaat tot aan de gracht of een eigendom.
Een weggebruiker is iedereen die gebruik maakt van de openbare weg. Er zijn dus heel veel weggebruikers, om ongevallen te voorkomen moet iedereen constant rekening houden met elkaar. Het is verboden om andere te hinderen of in gevaar te brengen.
De snelheid is afhankelijk van het soort weg en de omstandigheden waarin u aan het rijden bent. Het is verboden om sneller te rijden als de maximumsnelheid, te traag rijden kan ook heel gevaarlijk zijn. In een voertuig vindt u op het dashboard een snelheidsmeter dat de snelheid aangeeft.
Verkeersborden | Betekenis | Snelheid |
---|---|---|
Maximumsnelheid | 50 km/u | |
Zone | 30 km/u | |
Autosnelweg | 120 km/u | |
Autoweg | 90 km/u (wegmarkering) 120 km/u (middenberm) |
|
Bebouwde kom | 50 km/u | |
Woonerf | 20 km/u | |
Fietsstraat | 30 km/u | |
Algemene snelheid | 70 km/u (Vlaanderen) 90 km/u (Wallonië) |
De voorrangsregels geven aan wie er als eerste door mag rijden. Ze zijn van toepassing bij kruispunten en wegversmallingen.
Op een ongecontroleerd kruispunt geldt voorrang van rechts.
Op een kruispunt met haaientanden moet u voorrang verlenen aan alle bestuurders.
Rijden is een heel complexe vaardigheid, omdat u vaak verschillende handelingen tegelijk moet uitvoeren. Hier vindt u de basis om veilig te rijden.
Om de veiligheid van de passagiers en de bestuurder te verbeteren, zijn er een aantal veiligheidssystemen aanwezig in uw voertuig. We kunnen een onderscheid maken tussen actieve en passieve veiligheid systemen.
De airbag wordt automatisch geactiveerd bij een botsing en beschermt tegen verwondingen.
De veiligheidsgordel is de belangrijkste manier om verwondingen te voorkomen bij een ongeval.
Een voertuig of vervoermiddel word gebruikt om mensen, goederen of dieren te vervoeren. Een goede bestuurder kent zijn voertuig en kan problemen aan het voertuig snel herkennen en oplossen. Hier vindt u een overzicht van de belangrijkste onderdelen van het voertuig.
De motor is een essentieel onderdeel van het voertuig, zorg dat hij goed onderhouden wordt.
Sommige voertuigen hebben een reservewiel, zo kan u een lekke band zelf vervangen.
Er zijn vele gevaren op de openbare weg, bestuurders moeten deze gevaren herkennen en op een juiste manier reageren. Hier vindt u een overzicht van de meest voorkomende gevaren.
Wees extra voorzichtig bij slechte weersomstandigheden zoals felle zon, regen, wind, sneeuw, mist, ...
Overstekende dieren kunnen zware schade en dodelijke ongevallen veroorzaken.
Een verkeersongeval is een ongeval of botsing waarbij één of meer weggebruikers betrokken zijn. Dit kunnen motorvoertuigen zijn, maar bijvoorbeeld ook fietsers of voetgangers. Een black spot is een plaats waar veel verkeersongevallen plaatsvinden, vaak gaat het om een kruispunt.
Verplaats geen zwaar gewonde, ze kunnen inwendige bloedingen of breuken hebben.
Bij een ongeval of panne moet u de gevarendriehoek plaatsen om andere weggebruikers te waarschuwen.
Een rijbewijs is een document waarmee een bestuurder kan aantonen dat hij/zij beschikt over voldoende kennis, inzicht en vaardigheid om een voertuig van een bepaalde categorie te mogen besturen.
Dit is de voorkant van het rijbewijs van belgië.
Dit is de achterkant van het rijbewijs van belgië.